Het altaarblad is schuinoplopend met een afgeschuinde rand en staat op drie zich verjongende pilaren waarop een steunbalk is geplaatst.
Het altaarblad meet hoog 100,5 x breed 249,5 x diep 125cm.
Het ontwerp is van wijlen architect G.H.L. Koene. Wie het altaar heeft gemaakt is niet duidelijk.
De hoogte tot en met de vetvanger is 110cm. De diameter van de vetvanger is 36cm. Deze zijn gemaakt van groen gepatineerd geelkoper en geelkoper.
De 9 panelen zijn elk 97,5cm breed. De drie ramen zijn per stuk circa 300cm breed. De hoogte van de ramen loopt op van ca. 400 tot 600cm.
Links: twee stenen tafels met Hebreeuwse teksten.
Midden: de Davidsster en tekst
‘Morgenster zoon van de dageraad / Jes.14.12’
Rechts: een hostie.
Het eerste jaar (1966) mochten de kerkbezoekers nog “genieten” van gewoon wit glas, omdat er geen gelden beschikbaar waren om dit grote vlak wat fraaier aanzicht te geven.
In november 1967, dus nauwelijks een jaar na de ingebruikname van het kerkgebouw, kon pastoor Hermans met vreugde aan zijn parochie mededelen, dat zonder extra financiële belasting van de kerkbezoekers een raam geplaatst kon worden met de uitstraling van een moderne harmonie.
Het raam werd bekostigd uit een daartoe gevormd fonds uit giften van parochianen, Uithoornse bedrijven en instanties van buiten de parochie. Pastoor Hermans schrijft daar nog over: “Als de preek vervelend is, houdt het spel van dit raam u nog bezig.”
Het raam was een ontwerp van Pieter van Velzen, die ook de ramen van de dagkerk heeft gemaakt. Achter het ontwerp zat geen voorstelling verborgen.
Al spoedig bleek dat de kwaliteit van het raam, dat destijds ƒ 30.000,– heeft gekost, niet al te best was en dat al in de eerste jaren tot reparatie moest worden overgegaan.
Aan het eind van de jaren zeventig was de toestand van het raam zodanig, dat spoedige vervanging noodzakelijk werd.
De financiële mogelijkheden waren echter toen uiterst beperkt en het parochiebestuur voelde er weinig voor om de exploitatie van onze parochie met een dergelijke uitgave te belasten.
Een onverwacht voordeel deed zich echter voor door het aanbod van de Amsterdamse regeling voor beeldende kunstenaars, waardoor het mogelijk werd tegen een geringe eigen bijdrage vervanging mogelijk te maken.
Met volledige instemming van architect G.H.L. Koene en de parochievergadering kon opdracht worden verleend aan de Amsterdamse kunstenaar Bert Grotjohann.
Hij is erin geslaagd een magnifiek kunstwerk te maken, dat op 7 november 1981 officieel kon worden overgedragen. De door hem gebruikte techniek is: oud Hollands geblazen glas op glas geplakt.
Rondom de symbolen van de twee stenen tafelen, de Davidster en de hostie heeft Grotjohann kans gezien een verbinding te leggen tussen het Oude en Nieuwe Testament, daarbij tevens tot uitdrukking brengend de naam van onze kerk, het Allerheiligst Sacrament.
Het linkerraam herinnert aan de geschiedenis van het joodse volk. Je ziet dat uitgebeeld in de twee stenen tafelen met de tien geboden. In de Sinaï ontving Mozes van de Heer de leefregels voor onderweg. Op die tafels zien we, verdeeld over de beide tafels, de beginwoorden van elk van de 10 geboden geschreven.
Het middenraam symboliseert de persoon van Jezus Christus. Uitgedrukt in de Davidsster. Hij is immers geboren uit het joodse volk.
Het wordt ook gezegd in de tekst uit het boek van de profeet Jesaja “MORGENZOON VAN DE DAGERAAD”. Het is een titel die aan Christus wordt meegegeven in de O-antifonen die tijdens de vespers gebeden/gezongen worden in de adventstijd, de voorbereidingstijd op zijn geboorte met Kerstmis. Deze titel is een van de zeven, die in de laatste zeven dagen aan Jezus wordt meegegeven.
Het rechterraam symboliseert de hostie. Het brood dat tijdens de eucharistie viering wordt geofferd en gedeeld. Het brood waarin Christus in ons midden aanwezig komt. Het is ook de titel die aan de kerk is meegegeven: Allerheiligst Sacrament.
In het linkerraam loopt een rode streep naar onder. Deze streep loopt dwars door het middenraam naar het rechterraam en verbindt als het ware de drie ramen (symbolen) met elkaar. Ons geloof in de persoon van Jezus en zijn boodschap is verbonden met zijn persoon. Met Jezus die stond in de traditie van het volk Israël.
In het linkerraam loopt ook een blauwe golfbeweging naar het rechterraam. Het is het symbool voor water. Het joodse volk trok door het water op weg naar haar beloofde land. In het water van de Jordaan werd Jezus door Johannes gedoopt en maakte hij een begin met zijn opdracht. In het water van de doop worden ook wij opgenomen bij de volgelingen van Jezus en vieren wij in de eucharistie de gedachtenis aan Hem.
De evangelisten zijn zittend afgebeeld met een boek en met hun symbool aan de voeten. Ze zijn gemaakt van eikenhout. De figuren zijn aan de achterzijde glad gezaagd / bijgezaagd. Kleine onderdelen ontbreken zoals vingers, snavel van de arend, gedeelte van het hoofd van Johannes en gedeelte van het boek van Marcus.
De kruisweg hing voorheen in de kerk van St. Jan de Doper en is op verzoek van parochianen overgebracht naar de kerk van het H. Sacrament.
Deze kruisweg bestaat uit vijftien staties en kent daardoor een statie meer dan gebruikelijk. Tevens is er een afwijking van de gebruikelijke staties.
Als gevolg daarvan is onder ‘Omschrijving’ een beschrijving opgenomen, zoals die bij de oefening van de kruisweg wordt gebruikt.