Het begin van de geschiedenis van de parochie van het Allerheiligst Sacrament voert ons terug naar eind jaren ’50 en begin jaren ’60 van de vorige eeuw, een periode waarin op zowel maatschappelijk terrein als op kerkelijk gebied grote veranderingen merkbaar werden.
Uithoorn breidde zich gestaag uit en het Thamerdal reikte reeds tot de Boerlagelaan. Plannen om ook aan de andere zijde van de toenmalige spoorbaan te gaan bouwen, waren in een vergevorderd stadium. Het is daarom niet verwonderlijk dat de behoefte aan een tweede parochiekerk in het toen nog overwegend katholieke Uithoorn steeds groter werd.
In het voorjaar 1959 werden dan ook door enkele zeer betrokken parochianen de eerste plannen gelanceerd om tot die oprichting te komen. Mede op hun aandringen werd op 11 september 1959 kapelaan W. Hermans van de Amsterdamse Martelaren van Gorcumparochie door de bisschop benoemd tot bouwpastoor in Uithoorn. De toenmalige herder van de parochie van St. Jan Onthoofding (de huidige St. Jan de Doper), pastoor Van de Brink, had liever gezien dat zijn eigen kerk vergroot zou worden om de toename van parochianen op te vangen, maar het bisdom besliste anders.
Vol ijver en enthousiasme ging pastoor Hermans aan de slag en door persoonlijk toedoen van burgemeester Koot kon hij al spoedig een woning betrekken aan de Joh. van Oldenbarneveldtlaan 102 vlakbij de Boerlagelaan. Op 3 november 1959 werd het stichtingscomité geïnstalleerd, bestaande uit de heren A. v.d. Abbeele, F. Pick, A. van Bemmel, G. Boddeke en C. Egberts. Op 4 januari daaropvolgend werd dit comité officieel benoemd tot kerkbestuur.
Dank zij de financiële steun van het bisdom kon al op 19 december 1959 de noodkerk in gebruik worden genomen. Deze stond aan de Boerlagelaan ongeveer op de plaats waar nu de toegang tot het busstation is. Zes jaar heeft deze houten kerk dienst gedaan.
Vele acties werden op touw gezet om de benodigde gelden bijeen te krijgen om de inrichting van de noodkerk mogelijk te maken. Van de 1250 ingeschreven parochianen, verdeeld over 340 gezinnen, nam maar liefst 70% deel aan het Actie-Bouwfonds, zodat met recht vastgesteld mag worden dat de opbouw van een nieuwe kerkgemeenschap een gemeenschappelijke verantwoordelijkheid is geweest van alle parochianen. Daarmee werd reeds in een vroeg stadium hier in Uithoorn gevolg gegeven aan de wens van de bisschop Zwartkruis in zijn later verschenen nota “Kerk wij samen”.
Vanwege het groot aantal H. Missen was assistentie van buitenaf onontbeerlijk. Zo werd o.a. assistentie verleend door enkele leraren van het kleinseminarie Hageveld in Heemstede en kreeg de parochie in september 1965 zijn eerste kapelaan in de persoon van H. Stam. Hij zou twee jaar blijven om nadien opgevolgd te worden door kapelaan J. Willems.
In 1963 vonden de eerste oriënterende besprekingen plaats met het bisdom over de bouw van een nieuwe kerk en kon aan het einde van dat jaar aan een van de parochianen, architect G. Koene, de opdracht verleend worden om een schetsontwerp te maken.
Dat er met grote voortvarendheid is gewerkt, mag wel blijken uit de volgende data:
Op 5 augustus 1965 werd de eerste paal geslagen en op 5 maart 1966 kon de eerste steen worden gelegd. Op 12 september vond de wijding van de kerkklokken plaats en op 10 december 1966 werd het gebouw aan het Potgieterplein door bisschop Zwartkruis geconsacreerd.
Nog zes jaar heeft pastoor Hermans van zijn levenswerk mogen genieten en zijn overlijden in december 1972 werd dan ook zeer betreurd. In de laatste jaren van zijn pastoraat werd zijn werk ondersteund door kapelaan W. Broekhoven en met zijn komst begon een periode waarin de parochie steeds gebruik heeft kunnen maken van de diensten van de paters Maristen. Tot opvolger van pastoor Hermans werd benoemd pater B. Jeunink. In zijn periode kreeg de parochie een andere structuur en maakte het kerkbestuur plaats voor een parochiebestuur met een gekozen parochievergadering.
In 1981 werd hij opgevolgd door A. Blommerde, eveneens pater Marist. Andere paters van deze orde die in onze parochie werkzaam zijn geweest, waren W. Poppe, J. Reurs, J. ter Braak en F. de Koning. Allen hebben ertoe bijgedragen dat de parochie van het Allerheiligst Sacrament een bloeiende geloofsgemeenschap is geworden, waarin vele vrijwilligers een wezenlijke bijdrage hebben geleverd aan de verdere uitbouw.
In januari 1993 werd pastor Blommerde opgevolgd door F. v.d. Mark van de orde van de Augustijnen. Omdat de personele problematiek zich steeds sterker deed voelen, vond onder zijn leiding de oprichting plaats van een pastoraatgroep die fungeerde als een gedeelde verantwoordelijkheid met de pastor voor het totale pastoraat, geconcretiseerd in de werkvelden liturgie, catechese, diakonie en gemeenschapsopbouw.
Op 29 september 2002 werd afscheid genomen van pastor V.d. Mark en met hem -zo bleek later- verdween de laatste fulltime pastor voor onze parochie. Zijn opvolger, pastor J. Woolderink van de orde van de paters van de H. Geest, zou slechts halffime werkzaam zijn en dat nog voor beide Uithoornse parochies. In april 2004 kreeg hij assistentie van diaken R. Mascini.
Inmiddels waren als gevolg van de verdergaande secularisatie en de daarmee gepaard gaande teruggang in kerkbezoek al besprekingen gestart over verdergaande samenwerking met de parochie van St. Jan de Doper.
Die gesprekken kwamen in een stroomversnelling in 2005 toen door de commissie Regiokaart van het bisdom en het dekenaat het advies werd uigebracht om in Uithoorn tot één parochie te komen.
Dat heeft tot gevolg gehad dat op 1 februari 2006 een personele unie tot stand is gekomen voor beide parochies, gevolgd door een fusie per 1 januari 2007 onder de naam Emmaüsparochie.
J.W.M. Bosma